Mensen uit alle lagen van de bevolking betrekken

Omgevingsmanagement wil draagvlak creëren voor verandering. Bij een overzichtelijke groep stakeholders is dat al een hele uitdaging, maar hoe krijg je dat voor elkaar als het om een inwoners gaat? Informatiebijeenkomsten of wijkavonden trekken meestal de ‘usual suspects’: de meest betrokkenen. De rest blijft weg. Als je ook hen wilt betrekken, kun je een flitspeiling (laten) organiseren. Een flitspeiling is een korte vragenlijst die je verspreidt via social media, lokale media en bewonersbrieven. Zo bereik je mensen uit alle lagen van de bevolking. Timing: bij voorkeur vóórdat besluitvorming over een project plaatsvindt. De resultaten geven vervolgens input voor besluitvorming zelf én alle fasen daarna: van alles wat mensen vinden tot en met vragen en zorgen. Uitgesplitst naar onder andere leeftijd en geslacht. Daarmee wordt tijdens het hele project doelgerichtere omgevingscommunicatie mogelijk. We interviewden Lars Schotel, adviseur participatie van de gemeente Utrecht.

Casus: Flitspeilingen voor omgevingsvisie Kanaleneiland en Transwijk

Lars Schotel (strategisch adviseur participatie gemeente Utrecht) organiseert regelmatig Stadsgesprekken over uiteenlopende thema’s. Aan tafel zitten meestal de ‘usual suspects’, beroepsinsprekers of zéér betrokken inwoners. Vaak met een stevige behoefte om de eigen stokpaardjes in te brengen. Zo ook in 2020, vlak vóór de coronacrisis. De gemeente wilde graag een omgevingsvisie ontwikkelen voor twee van Utrechts meest gemêleerde wijken: Kanaleneiland en Transwijk. Goed voor een volle zaal met betrokkenen, maar niet iets waar de ‘gewone Utrechter’ op afkomt.

Schotel: "Ik liet van tevoren een flitspeiling uitvoeren onder alle lagen van de bevolking, als nulmeting. Met onder meer vragen naar de urgentie van verandering en behoeften van inwoners. Ook prikkelden we met enkele vragen ze om verder te kijken dan 2020. De flitspeiling stond ruim een week open op alle kanalen in de buurt. Meer dan 800 mensen vulden de vragenlijst volledig in."

Met de uitkomsten kon Schotel richting geven aan de inspraak-zaterdag die door ruim 100 actieve inwoners werd bezocht. Hij maakte een kaartspel dat door aanwezigen een uur lang werd gespeeld aan verschillende tafels. De reactie van de aanwezigen op deze en andere uitkomsten was even constructief als behulpzaam: men ging serieus in op wat de ‘gewone Utrechter’ vond - óók als dat indruiste tegen eigen ideeën.

Tijdens de inspraakdag deed Schotel nog een experiment: aanwezigen mochten in groepsverband enkele gerichte vragen formuleren voor de volgende flitspeiling. Deze werden direct voorgelegd aan inwoners in beide wijken. Vóór de tweede inspraakbijeenkomst waren de antwoorden bekend en haakten de aanwezigen er actief op in tijdens de plenaire sessie. Schotel: "Ook deze tweede ‘botsproef’ gaf een extra dynamiek aan het Stadsgesprek voor de Omgevingsvisie. Deelnemers bouwden erop voort." Geleerde les: de belevingswerelden van ‘usual suspects en ‘gewone mensen’ laten ook makkelijk combineren. Als je het maar praktisch aanpakt - voor beide partijen. Daarom hieronder een paar tips voor de flitspeilingen zelf.

Tips bij flitspeilingen: 

Tip 1: houd het concreet

Mensen willen graag meedenken, als het maar concreet is. Dat moet al blijken uit het thema: iets waar mensen wat van kunnen vinden. Niet alleen uit de media, overigens, maar uit eigen waarneming. Daarna maak je een vragenlijst van maximaal 15 vragen. Hiermee toets je bijvoorbeeld de kennis en de houding ten aanzien van de gewenste verandering, en randvoorwaarden die groepen mensen overtuigen om mee te doen.

Tip 2: verspreid de vragenlijst via meerdere kanalen

Verspreid de link naar de online vragenlijst via alle bewonerskanalen die ertoe doen. Dus social media, lokale media, lokale websites, buurtapps, de wijkmanager, de wijkagent etc. Good old bewonersbrieven zijn nog steeds goed, mét QR-code. Met één druk op de knop zitten mensen al in de eerste vraag. De rest gaat meestal vanzelf.

Tip 3: Controleer de respons op scheefheden

Een peiling is pas representatief als er a) een minimaal aantal inwoners aan meedoet én b) elke (grote) groep evenredig is vertegenwoordigd. Hiervoor moet je controlevragen stellen, zoals naar leeftijd en geslacht. Hiermee zie je snel welke scheefheid er is in de respons. Want die is er bijna altijd - en varieert vaak per thema! Daarna corrigeer je alle scheefheden - of laat je dit doen - en krijg je representatieve uitkomsten.

Tip 4: Maak ook het beeld per groep zichtbaar

Splits de uitkomsten óók uit per groep: per leeftijdsgroep, per gender, per wijk, etc. Zo zie je of er achter de uitkomsten verschillen schuilgaan naar leeftijd, gender, wijk etc. Dat is vaak het geval. Uitsplitsingen naar groepen geeft dus de nodige extra richting aan je omgevingscommunicatie en -beleid.